Old People in Mungo NP and Kinchega NP

Mungo National Park covers most of an ancient dry lake bed on the plains of south western NSW. During the ice ages, Lake Mungo was a chain of freshwater lakes strung along Willandra Creek. These dry lakes preserve one of the longest continual records of Aboriginal life in Australia, dating from around 50 000 years ago through to the present day. Dating of ancient burials shows that these are the oldest known fully modern humans outside of Africa.


When the lakes dried 18 000 years ago, Aboriginal people continued to live near soaks along the old river channel. They also quarried stone from rock outcrops on the lake floor. Today Aboriginal people are actively involved in park management.
50 000 years ago, visitors to Lake Mungo would have been able to see the buffalo-sized Zygomaturus around the water’s edge.
A 70 km signposted vehicular track takes you on a round trip across the lake floor to the Walls of China, over the dune to the malee country and then around the north-eastern shore of the lake.

Een nieuwe ervaring…
Deze morgen begon het opeens te regenen en te onweren. Waar dat opeens vandaan kwam, was ons beiden een vraag. We dachten even…een lekker dagje nietsdoen in de tent. Maar opeens hoorden we een jeep ronken naast onze tent…rangers. Ik steek mijn hoofd buiten en met een glimlach vragen ze of ik aangekleed ben. Ik denk: “Dat ben ik altijd in koude weersomstandigheden…”. Op een heel rustige toon vertellen ze dat ze ons komen “evacueren”. De regen zorgt ervoor dat de klei omgevormd wordt in een schaatspiste. Ze willen niet dat mensen komen vast te zitten in het natuurpark. We krijgen een half uurtje om het kamp af te breken en rustig uit te rijden.
Ranger: “How many nights did you pay?”
Ilse: “None, because we arrived really late yesterday.”
Ranger: “Good, then just leave the park.”
Dit is ongelooflijk. Geen vies gezicht, geen aanmaning, geen boete…gewoon een glimlach.
We schaatsen aan 10km/uur het park uit. Ver geraken we niet. Opeens gaat de auto ongecontroleerd schaatsen en ik kan haar nog mooi aan de zijkant “glijden”. Even later zien we al onze reddende rangers. Ik geef hen vrijwillig de auto en hij rijdt onze Janis uit het slijk. Dit kan je je niet inbeelden. Dat is pas een kunst! Beide rangers zijn aboriginals, werden hier geboren en hebben deze plaats nooit verlaten om elders te gaan wonen. Hij is bovendien trots op ons dat we zijn land bezoeken. En vertelt hij: “I’m happy today because I could help somebody.” Dit is toch zalig om te horen! Ja, elkaar helpen, daar komt het op neer bij hen.
Hij stelt ons voor om tot in het dorp te rijden zo’ 10 km verder. Ik vertrouw blindelings op zijn ervaring en we zijn beiden echt wel content dat hij dit wil doen. We lossen de bandenspanning tot 30psi en stappen in als passagiers. We zitten er wat gespannen bij als we onze Janis voelen glijden…zelfs zijwaarts… De kleiblokken vliegen over de auto… Maar ik blijf in onze chauffeur geloven…en we komen inderdaad heelhuids in het dorp.
Onze voeten voelen zwaar aan omwille van de klei en onze Janis zal ook een serieuze douche nodig hebben.maar het belangrijkste is dat ze ons terug door een nieuwe ervaring geloodst heeft.