The pictures below give a clear idea about the hard labour a Leatherback turtle (up to 2,4m – up to 700 kg) has to do to lay its eggs at the beach…
Coming out of the water, getting behind the flood line, digging a hole of some 80cm deep, laying the eggs, covering the nest by crawling over the place and going back to the waters.
This entire process takes some 1,5 hours to complete and after 60 days the little ones hatch and make their way to the sea…
…
De lederschildpad is een in zee levende schildpad. Met een schildlengte tot 2,4 meter is het de grootste schildpad ter wereld.
De lederschildpad heeft een vrijwel wereldwijde verspreiding en komt voor van de tropische zeeën rond de evenaar tot in de poolwateren. Door de mens werd er lange tijd op de schildpad gejaagd. Omdat de soort sterk in aantal en verspreidingsgebied achteruitgegaan is, wordt de schildpad tegenwoordig beschermd. Door het vele onderzoek dat naar deze soort is verricht, is er in vergelijking met andere schildpadden veel bekend over de biologie en levenswijze van de lederschildpad.
De lederschildpad onderscheidt zich van alle andere zeeschildpadden door de afwijkende levenswijze. Het is het enige reptiel dat vrijwel volledig leeft van kwallen, die zeer arm zijn aan voedingsstoffen. Het uiterlijk is karakteristiek omdat de voor schildpadden kenmerkende hoornplaten op het rugschild ontbreken en daarnaast de rugzijde duidelijk meervoudig gekield is. De lederschildpad is het enige reptiel dat min of meer endotherm is, de lichaamswarmte wordt zelf aangemaakt en vastgehouden. Alle andere schildpadden zijn uitgesproken poikilotherm of koudbloedig.
De lederschildpad is pelagisch, wat betekent dat het dier in open zee leeft en zich weinig laat zien in kustzones. Dat er toch veel waarnemingen van de lederschildpad uit kustgebieden bekend zijn komt doordat vrouwelijke schildpadden aan land komen om eieren af te zetten en dode exemplaren kunnen aanspoelen op het strand. Soms wordt langs de kust naar voedsel gezocht maar het foerageren vindt meestal plaats op volle zee. De lederschildpad heeft van alle in zee levende schildpadden het grootste verspreidingsgebied. De soort is kosmopolitisch en komt voor in bijna alle wereldzeeën, hoewel het verspreidingsgebied per ondersoort verschilt. Op enkele plaatsen is de soort niet aangetroffen: het uiterste zuiden van Zuid-Amerika en enkele noordelijke gebieden, het grootste deel van noordelijk Noord-Amerika, noordelijk Azië en wat betreft Europa, de zee bij IJsland.
De lederschildpad heeft net als alle schildpadden een groot en opvallend schild, waar vier poten, een kop en een staart uitsteken. De kop, staart en poten zijn donkergrijs tot zwart gekleurd, met soms kleinere lichte tot roze vlekjes. Het vlekjespatroon verschilt per exemplaar en wordt door wetenschappers gebruikt om verschillende individuen uit elkaar te houden. De snuit is stomp en de bovenkaak heeft twee tand-achtige uitsteeksels aan de voorzijde van de bovenkaak. Het schild heeft dezelfde kleur als de ledematen, de onderzijde is lichter. Door een donkere bovenzijde en een lichtere onderzijde is de schildpad zowel van boven als van onderen moeilijker te zien in het water.
De lederschildpad is de grootste en zwaarste schildpad ter wereld. Op enkele grotere krokodilachtigen na is het tevens het grootste nog levende reptiel op Aarde. Het gemiddelde gewicht is 575 kilogram en het lichaamsgewicht kan oplopen tot meer dan 900 kilogram, vergelijkbaar met een kleine auto. Lederschildpadden bereiken een gemiddelde schildlengte van 1,5 tot 1,6 meter, dus exclusief kop en staart. Deze gemiddelde lengte geldt voor de vrouwtjes, de mannetjes blijven kleiner. Vrouwtjes worden het vaakst waargenomen omdat ze gedurende het voortplantingsseizoen meerdere keren aan land komen waarbij het schild kan worden opgemeten. Mannetjes en vrouwtjes kunnen worden onderscheiden door de langere staart van het mannetje die tot voorbij de achterpoten reikt, de staart van het vrouwtje is korter. Daarnaast heeft een mannetje een iets holler buikschild dan het vrouwtje, dit dient om makkelijker op haar te klimmen bij de paring; bij een plat schild zou hij eraf glijden. Het schild heeft zeven duidelijke lengterichels die ook wel kielen worden genoemd aan de bovenzijde. De middelste drie zijn hiervan het duidelijkst zichtbaar. De twee kielen aan iedere flank zijn minder geprononceerd. Zowel het ontbreken van externe hoornplaten als de aanwezigheid van de kielen op de rug zijn uniek voor deze diersoort en dienen waarschijnlijk om de wrijving te verminderen tijdens het zwemmen. Het relatief flexibele schild is ook een voordeel bij het duiken omdat het bij grotere diepten en de daarmee gepaard gaande hogere druk kan worden samengeperst zonder dat de schildpad daar schade van ondervindt. Een hard en met keratine bedekt schild zoals de meeste schildpadden hebben zou in elkaar worden gedrukt op grote diepte.
Net als het schild zijn ook de poten van de lederschildpad aangepast op een zwemmend bestaan; de voorpoten zijn opvallend groot en sterk peddelachtig afgeplat. De spanwijdte van de gespreide voorpoten bedraagt tot 2,7 meter. De voorpoten zijn glad van structuur en verzorgen de voortstuwing bij het zwemmen. De achterpoten worden gebruikt om te sturen, ze zijn duidelijk korter maar veel breder dan de voorpoten en hebben een relatief groot oppervlak in verhouding tot de lengte.
De lederschildpad is een onschuldige soort die niet snel zal proberen te bijten, in tegenstelling tot andere schildpadden met een grote kop en stevige kaakspieren. Het dier is erg schuw en zal proberen snel weg te zwemmen bij een confrontatie met een mens.
De schildpad is erg solitair en wordt op open zee alleen bij de migratie van foerageergebieden naar de voortplantingswateren in kleine groepjes van enkele individuen aangetroffen. Door de pelagische levenswijze (op open zee levend) heeft de schildpad verschillende aanpassingen die landbewonende soorten niet hebben. Omdat het dier permanent in zee leeft wordt veel zout ingeslikt en om hiervan af te komen scheidt de schildpad geconcentreerde zoutoplossingen af via klieren bij de ogen. In het water is dit niet te zien, alleen bij vrouwtjes die op het land de eieren afzetten lijkt het net alsof ze huilen. Door de excretie wordt tevens het zand afgevoerd dat in de ogen komt tijdens het graven van het nest.
De lederschildpad trekt gedurende zijn leven vele malen van tropische en subtropische gebieden naar relatief koude, diepe wateren tot boven Noorwegen. De tropische gebieden worden bezocht om de eieren af te zetten, in de koudere wateren leven meer kwallen, het favoriete voedsel. Omdat de koele foerageergebieden en de tropische voortplantingswateren ver van elkaar liggen leidt de lederschildpad een permanent zwemmend bestaan en legt hierbij enorme afstanden af. Er worden jaarlijks trektochten gemaakt van duizenden kilometers; van één exemplaar is bekend dat in amper twee jaar tijd een afstand van 20.000 kilometer werd afgelegd, van Indonesië tot de Verenigde Staten.
Omdat de schildpad een gestroomlijnd schild heeft en over grote, brede en krachtige poten beschikt is het een uitstekende zwemmer die een maximale snelheid kan bereiken van iets meer dan 35 kilometer per uur. De schildpad zwemt gemiddeld zo’n 45 tot 65 kilometer per dag.
Over de voortplanting van de lederschildpad is nog niet alles bekend. Ook de leeftijd waarbij de schildpad volwassen is en zich voort kan planten is gebaseerd op schattingen. Hetzelfde geldt voor de maximale leeftijd, die geschat wordt op ten minste enkele tientallen jaren.
De paring vindt plaats in zee, de vrouwtjes paren iedere twee tot drie jaar waarbij ze zich vaak door meerdere mannetjes laten bevruchten. De paring is niet zelden een hachelijke zaak; deze vindt onder water plaats waarbij het gevaar bestaat dat de dieren zonder zuurstof komen te zitten. Omdat de vrouwtjes niet ieder jaar paren, worden ze door de mannetjes soms ronduit agressief benaderd in de hoop op een paring. Het vrouwtje zal dan naar de bodem duiken en moeten afwachten tot het mannetje geen zuurstof meer heeft en moet bovenkomen om adem te halen. Uit onderzoek blijkt dat de vrouwtjes met meerdere mannetjes paren uit lijfsbehoud; als ze zich verzetten raken ze sneller beschadigd door de agressieve mannetjes.
Alleen voor het afzetten van de eieren komen de vrouwtjes aan land, ze zijn hier door het logge lichaam dat op een zwemmend bestaan is gebouwd erg kwetsbaar. Bovendien kunnen lederschildpadden net als alle in zee levende schildpadden de kop en poten niet terugtrekken in het schild waardoor ze een gemakkelijke prooi zijn. Het vrouwtje zoekt vaak het strand op waar ze zelf is geboren, het strand mag niet te veel rotsen bevatten want deze beschadigen het schild. Het vrouwtje graaft soms verschillende kuilen die niet als nest worden gebruikt, waarschijnlijk om roofdieren te misleiden. Vrouwtjes worden soms ieder jaar, maar meestal om de twee tot drie jaar zwanger en begraven de eieren op het strand. Bij de lederschildpad is waargenomen dat het vrouwtje een rondje om het nest kruipt nadat de eieren zijn afgezet, echter ook de pasgeboren schildpadjes vertonen dit gedrag. Het dient waarschijnlijk om de locatie goed in te prenten voor later bezoek.
In een afzetseizoen komt het vrouwtje 5 tot 7 keer aan land om de eieren af te zetten, de interval tussen de legsels is ongeveer 9 tot 10 dagen. Ieder legsel bevat ongeveer 50 tot 170 eieren, gemiddeld 110.[16] Hiervan zijn er gemiddeld zo’n 80 bevrucht en 30 onbevrucht. Onbevruchte eieren bevatten geen dooier en zullen zich niet ontwikkelen omdat ze niet levensvatbaar zijn. De meeste eieren worden opgegeten door vijanden en ook de jonge schildpadjes worden door van alles belaagd. Van de nesten die niet worden vernietigd door predatie zal slechts 50% van de juvenielen het nest verlaten. De vrouwtjes graven de nesten op verschillende plaatsen, soms dicht bij het strand en soms graaft een vrouwtje het nest onder de vloedlijn, waardoor de eieren onder water komen te staan en verrotten.
De embryo’s van de lederschildpad hebben geen geslachtschromosomen. De temperatuur bepaalt of uit het ei een mannetje of een vrouwtje komt. Bij een temperatuur van 29,5 °C komen er evenveel mannetjes als vrouwtjes uit het ei, bij 28,75 °C of minder kruipen er voornamelijk mannetjes uit het ei en een temperatuur hoger dan 29,75 °C levert voornamelijk vrouwelijke exemplaren op. Na ongeveer negen weken komen de juvenielen ‘s nachts of bij slecht weer uit waarbij de kleintjes zichzelf uitgraven, wat dagen kan duren, en naar zee kruipen. Als het strand verlicht wordt -wat in toeristische kuststreken nogal eens het geval is- raken ze verward en rennen ze de verkeerde kant op naar het land waar ze geen schijn van kans maken. De juvenielen zijn als ze uit het ei kruipen ongeveer 5 tot 7 centimeter lang en hebben een gewicht van ongeveer 40 tot 50 gram. Over de levenswijze en het gedrag van jonge lederschildpadden is nog vrijwel niets bekend. Vermoed wordt dat de lederschildpad veel sneller groeit dan andere in zee levende schildpadden.
De volwassen lederschildpad heeft nauwelijks natuurlijke vijanden en is niet kwetsbaar voor de aanvallen van andere zeedieren. De enige uitzonderingen zijn grotere haaien zoals de witte haai en rovende zeezoogdieren als de orka. De eieren staan bloot aan allerlei gevaren en het leeuwendeel van de schildpadden wordt opgegeten voor ze de kans krijgen het ei te verlaten. Voornamelijk wereldwijd geïntroduceerde dieren als honden, varkens en ratten graven de eieren op. Ook de meeste jonge schildpadjes worden binnen korte tijd opgegeten door vijanden omdat ze nog niet kunnen duiken en door vogels vanuit de lucht uit het water gepikt worden en van onderen worden belaagd door verschillende zeedieren.
De mens is het grootste gevaar voor de schildpad. Naast de vernietiging van de legstranden voor onder andere toeristische doeleinden wordt de schildpad het slachtoffer van vervuiling zoals olie-lozingen. Van de lederschildpad in de Grote Oceaan wordt aangenomen dat deze ernstig bedreigd is geraakt door visserij op volle zee. De schildpad leeft in dezelfde streken als populaire vissoorten, waardoor de schildpad als bijvangst in de netten belandt en stikt. Een ander gevaar is dat ze drijvend afval zoals plastic zakken aanzien voor voedsel (kwallen). Hierdoor kan het spijsverteringsstelsel verstopt raken wat kan leiden tot de dood.
Stroperij komt ook voor. Het vlees staat niet bekend als smakelijk, in tegenstelling tot het vlees van andere zeeschildpadden als de soepschildpad. Het zijn met name de eieren die massaal worden geraapt ter consumptie, schildpad-eieren worden gezien als delicatesse en zijn veel geld waard.
Bedankt Stijn, we hebben het formulier ingevuld en doorgestuurd.
Dag Bart en Ilse, Mooie blog! Ik heb een link gezet op de site van Wegwijzer. Wil je dit formulier invullen voor jullie lange reis? https://docs.google.com/forms/d/19i68MjOSbIQsFGXDOHznfhUdZBRK7o5xyYZCwI9s9L0/viewform
Groeten
Stijn van Wegijwer