At the Coongie Lakes

Zondag, 23 juni 2013

Deze ochtend ontwaken we op de dorpscamping.
Onze natuurlijke wekker in Australie zijn de Kookaburras, een soort grote kraaien. Als die beginnen te krijsen, dan ben je wel goed wakker!
Bovendien moet je ook zorgen dat je vuilniszak goed weg zit, anders mag je ‘s morgens alles opnieuw verzamelen!

Het dorp Innamincka = hotel + restaurant + bar + golfterrein (!!!) + winkel + toeristisch infocentrum + Bed and Breakfast + automechnieker.
We hebben heel wat bekijks als we met onze piepende wagen passeren in het stadscentrum. In het B&B helpen ze ons met het losdraaien van de schroef om het oliepeil in de achterste wielas te checken. Dit blijkt ok. We missen nog steeds een stukje van de remschoen waardoor we een hels lawaai krijgen in het wiel en veel warmteproductie door de wrijving. Maar blijkbaar zullen ze ons in Birdsville verder kunnen helpen, zo’n 300km verderop. Als er nieuwe stukken moeten besteld worden, dan weten we ook dat de camion op donderdagavond toekomt. Hier gaat dat zo. Als de mensen in de afgelegen dorpen iets nodig hebben, geven ze een bestelling door en dan komt er 1 keer op de week een truck om de stukken af te leveren. Dan weet je ook dat er vers brood en fruit/groenten is in de winkel.

s’Middags besluiten we naar de Coongie Lakes te rijden op zo’n 100km van Innamincka. De meren zijn vaak niet toegangkelijk, maar nu hebben we geluk! De weg ernaartoe is een echte humpy bumpy road, maar de eindbestemming is het meer dan waard! (zie morgen)

De baan heeft een echt wasbordpatroon waardoor wij en de auto goed door elkaar geschud worden. Even denk ik aan mijn sportBH thuis… die zou wel handig zijn in de outback.

Bovendien zijn de vliegen echt storend in de auto… tot ik me opeens transformeer in een salamander (De kleur mogen jullie zelf kiezen.) en de vlieg richting oesofagus verdwijnt. Gelukkig zorgt een refluxbeweging dat een verdere vertering verhinderd wordt.

Onderweg stoppen we bij een meathouse. Honderd jaar geleden kwamen de eerste avonturiers hier toe met paard en kar en moesten ze ook allerhande survivaltechnieken toepassen om te overleven. Het vleeshuis (meathouse) was helemaal omringd met gaas zodat vliegen er niet in konden en daar werd het vlees te drogen gehangen. Op het dak stond de watertank, die zorgde voor de afkoeling van het vlees.
Vroeger kwam in de afgelegen gebieden heel veel scheurbuik voor door een tekort aan vitamine C. Ze hadden wel voldoende vlees maar vers fruit en groenten was niet voorhanden. Vandaag de dag hebben de meeste grote cattlestations een helicopter waarmee ze hun boodschappen gaan doen. Veel wordt nadien ingevroren.

Op de kampplaats genieten we opnieuw van een prachtige zonsondergang.

Maandag, 24 juni 2013

We genieten hier van een oase van rust aan het Coongie Lake. Dit meer is maar heel weinig bereikbaar. Ofwel is het volledig uitgedroogd en wordt de weg ernaartoe afgesloten wegens de hitte. Ofwel is het gehele gebied ondergestroomd door de uit de oevers getreden Cooper Creek. De Coongie Lakes is een broedplaats voor honderden vogels.
Beeld je eens in: “Je kampeert op het strand aan de oevers van een meer. Op het wateroppervlak is er geen enkele beweging te zien en de reigers, pelikanen, brolga’s, zwarte zwanen en andere watervogels glijden voorbij. Daarbij is de stilte hoorbaar met lichte relaxatiemuziek van vogelgezangen. Kan je nog meer verlangen in het leven?”
Ik geniet van de rust en het decor in mijn openluchtkeuken: pannekoeken bakken, groetenburgers maken, tarwevlokken koken en hummus met pesto bereiden.

En dan is het tijd om te vertrekken. Terug naar de metropool Innaminka. De 106km tot het dorp leggen we af in 2,5u… dat zegt veel over de staat van de weg.
Bovendien heb je na dit ritje ook even nood aan een stop. Dit doen we aan de oevers van de Cooper Creek en terug zien we enkele pelikanen die geruisloos over het water glijden. Wat een elegante dieren!

Wat je hier vaak ziet, zijn grote groepen grijze parkieten die opeens opvliegen uit de struiken. Als de zwerm opeens zijwaarts beweegt, zie je hun roze buik. Deze kleurschakering geeft een prachtig beeld ten opzichte van het rode zand.

De weg van Innamincka tot Walkers Crossing is behoorlijk uitdagend (zand en veel bochten) en we zijn dan ook tevreden als we ons tentje opslaan langs de weg.
Morgen hebben we nog zo’n 250 km tot Birdsville.